Twitter is donderdag flink onderuit gegaan op de aandelenbeurs in New York. Het bedrijf werd door beleggers afgestraft voor tegenvallende cijfers. Beleggers kregen meer bedrijfsresultaten voor de kiezen met onder meer Coca-Cola en Pizza Hut-moeder Yum Brands die de boeken openden. De algehele teneur op Wall Street was positief
De leidende Dow-Jonesindex eindigde de sessie 0,6 procent in de plus op 20.172,40 punten. De brede S&P 500 won ook 0,6 procent en sloot op 2307,87 punten en de Nasdaq dikte eveneens 0,6 procent aan tot 5715,18 punten. De graadmeters werden op weg geholpen door president Donald Trump die beloofde binnen een paar weken met ,,fenomenale” belastingplannen voor bedrijven te komen.
Twitter leverde ruim 12 procent aan beurswaarde in. Het techbedrijf blijf grote moeite houden om adverteerders te lokken. Twitter zag de omzet in het afgelopen kwartaal amper stijgen, terwijl een groter verlies werd geleden dan een jaar eerder.
Coca Cola
Coca-Cola leverde 1,8 procent in. De frisdrankproducent bleef last houden van de relatief dure dollar, die de opbrengsten in andere landen drukte. In eigen land ging het Coca-Cola wel voor de wind. Yum Brands (plus 1,2 procent) werd juist beloond voor zijn resultaten. Het concern profiteerde van lagere kosten en verdiende tegelijkertijd meer aan licenties en franchisers.
Verder viel ook de winst van Viacom op. Het moederconcern van onder meer MTV en filmstudio Paramount wist met zijn resultaten de verwachtingen van analisten te overtreffen. Beleggers zetten het aandeel 4,3 procent hoger. Kellogg, onder meer bekend van de onbijtgranen, zag de vergelijkbare winst hoger uitvallen dan waar kenners rekening mee hielden. Het aandeel won 4 procent.
Boeing
Vliegtuigmaker Boeing klom 0,3 procent nadat het een grote bestelling kreeg van luchtvaartmaatschappij Singapore Airlines. Met de order van tientallen toetellen is op basis van de meest recente prijslijst van de vliegtuigfabrikant een totaalbedrag van 13,8 miljard dollar gemoeid.
De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg met 1,3 procent tot 53,01 dollar en Brent won 1 procent tot 55,65 dollar per vat. De euro noteerde op 1,0664 dollar, tegen 1,0667 dollar bij het Europese slot.